“De kerk was alleen leuk vanwege de jongens!”
Stefanie Moolhuijzen, 75 jaar is geboren in het Spijkerkwartier en woont daarna in Malburgen West en Elsweide. Ze heeft 5 broers en 5 zussen (Stef was de 7e). Haar favoriete plek in Arnhem is het Spijkerkwartier.
Uit een gezin van 10
Stef komt uit een groot, katholiek gezin met elf kinderen. Haar vader had een slagerij op de Spijkerlaan. Stef is heel streng opgevoed en moest hard meewerken om de slagerij draaiende te houden. “Je mocht dus ook niet ziek zijn. Toch heb ik eens zes weken op bed gelegen met geelzucht. Maar ik vond het ook leuk om in de winkel te werken en praatjes te maken met de mensen. Soms bracht ik voor een paar gulden bestellingen op de fiets naar de Hoogkamp.” Opgroeien in zo’n groot gezin betekent zorgen voor elkaar. Stef is tien jaar ouder dan haar jongste zusje en daar heeft ze lang voor moeten zorgen. “Ik kwam niets te kort en ons gezin functioneerde goed, maar mijn moeder was altijd in de weer met al die kinderen. Daardoor was ze ook vrij afstandelijk. We gingen nooit samen iets leuks doen.
Elke zondag naar de kerk
We gingen alleen elke zondag samen naar de kerk, maar daar vond ik niets aan.” Toen Stef ouder was, werd de kerk wél leuk. “Vanwege de jongens!”, lacht zij ondeugend naar haar man Joop. Die valt haar bij: “Ja, in de kerk waren we op oorlogspad! Kijken naar de leuke meisjes.” IJssalon Sybrandy op de hoek van de Spijkerstraat en de Kastanjelaan was een verzamelplek van alle buurtkinderen. Daar praatten ze met elkaar. Daar was het ook dat ze haar man Joop ontmoette. “Op een gegeven moment had ik sjans met Joop. Hij ging schoorvoetend naar mijn ouders om toestemming te vragen om met me om te gaan. Gelukkig stemden zij in en werd hij opgenomen door de familie.”Ook Joop werkte hard voor de slagerij. Hij bracht de bestellingen op zijn brommer, een Sparta. Vader Moolhuijzen was erg trots op zijn grote gezin. De trouwerij van Stef en Joop werd door hem betaald en dat moest er een zijn met veel pracht en praal. Dan zei hij: ‘Moolhuijzen heeft er weer één op het droge.'”
Goddeloze club
Stef was erg trots op haar broers. Zij waren erg goed in waterpolo en waren lid van de katholieke zwemvereniging Natando. Maar zij ontstegen het niveau van deze club en stapten daarom over naar Neptunus. “Dat leverde een grote strijd op in de stad. Zelfs de pastoor was boos. Neptunus was namelijk zoals mijn vader zei ‘een goddeloze club’.”